1. Jung en the new Age
Het was de leading-song van de musical Hair in de jaren 70 die de wereld op grote schaal bekend maakte met de term “the Age of Aquarius”:
..“This is the dawning of the age of Aquarius
The age of Aquarius
Aquarius!
Aquarius!
Harmony and understanding
Sympathy and trust abounding…”
Carl Jung is één van de eersten geweest die het over dit nieuwe tijdperk had. Hij stelde dat wij in deze tijd op een belangrijke overgang zitten en zag zijn leven en zijn visie als een bijdrage aan deze overgangstijd en als een voorbereiding op het komende tijdperk dat ruim 2000 jaar gaat duren. Ik denk dat het goed is om ons te realiseren dat we in een overgangstijd leven en dat deze verantwoordelijk is voor de huidige polarisatie in de wereld.
Daarom is het interessant om te kijken naar de oorsprong en betekenis van deze “dawning Age”.
Voor zover we weten, kwam Jung in 1911 in aanraking met het idee dat we geregeerd worden door verschillende astrologische tijdperken. In “Symbole der Wandlung”, zijn eerste belangrijke boek in 1912 uitgegeven, verwijst Jung al naar “de precessie van de equinox” [1]. Op deze technische term zal ik later ingaan. Voor nu is het goed om te weten dat de equinox een vast punt in de zodiak is die zich in ongeveer 2100 jaar door één dierenriemteken verplaatst. In de huidige tijd bevindt dit punt zich op de overgang van Vissen naar Waterman. Hij loopt namelijk achteruit door de dierenriem.
De oorsprong van de term “Waterman tijdperk”
Jung heeft deze term waarschijnlijk van de astroloog Alan Leo. Zoals we nu weten was Jung uitermate in astrologie geïnteresseerd en had hij meer boeken van Alan Leo in zijn bibliotheek staan. Leo baseerde zich op een uitspraak van Blavatsky die zij weer had overgenomen van de “Sabeërs”, een joodse groepering die leefde van 1000 v Chr - 300 n Chr. Volgens hen zouden wij beïnvloed worden door bepaalde cycli, tijdperken, Aeons genoemd, die onderhevig zijn aan de tekens van de dierenriem. Leo koppelde dit idee aan de “precessie van de equinox” en zag dat de equinox de komende eeuwen het teken van de Waterman in gaat.
De Bibliotheek van Carl Jung in zijn Huis in Küssnacht
Dit heeft heel erg bij Jung geresoneerd, maar hij aarzelde om daar veel over te schrijven. Aan het eind van zijn leven in 1958 schrijft hij dat hij bang is voor gek versleten te worden om over dit soort zaken te praten, maar “ik moet het risico nemen” .[2] Dit ‘risico’ nam hij met de uitgave van het boek “Aion” in 1951.
Zoals de titel van het boek al zegt, gaat dit boek, na een inleiding over zijn psychologie, in op het tijdperk van de Vissen en de overgang naar het Waterman tijdperk. Helaas zegt hij in dit boek veel meer over het Vissentijdperk van de afgelopen 2000 jaar, dan over het Watermantijdperk dat nog moet komen.
Toch probeerde hij vooruit te kijken. Hij begint het Rode boek niet voor niets met de aanhef: “Der weg des kommenden”.
er weg des kommenden
Jung begon het Rode boek te schrijven in 1913, op het moment dat hij gebrouilleerd was met Freud en niet wist hoe nu verder te gaan. Hij kwam in een crisis terecht en besloot zijn dromen en visioenen op te schrijven. Hieruit is “het Rode Boek” voortgekomen. Dit boek begint hij met de zin “Der weg des kommenden”(De weg die gaat komen), daarmee doelend op de tijd die ons te wachten staat bij de overgang van Vissen naar Waterman.
Kijken we namelijk naar de afbeelding die hij rond de letter “D” heeft gemaakt, dan zien we dat bovenaan een vier-puntige ster tussen het teken van Vissen en Waterman staat.
Jung zag namelijk zijn leven en visie deel uitmaken van de voorbereiding op dit Watermantijdperk. Belangrijk voor Jung was de bewustwording dat God uit een ‘licht’ en ‘donker’ deel bestaat. We kunnen dat ‘goed en kwaad’ of ‘hemels en aards’ noemen, het gaat hier om de tegenstelling in God. Pas in Aion gaat hij daar dieper op in.
Daarnaast zullen we gaan ontdekken dat God immanent is, dat wil zeggen zich in ons bevindt. Wij zijn God.
In het Rode boek is hij eigenlijk al bezig een nieuwe religie te ontwikkelen. Hij zag dat het Christendom hier in het westen niet meer functioneerde en dat mensen daardoor ontworteld raken en gespleten worden: “Dan ben je een mens waarbij de linkerhand niet meer weet wat de rechterhand doet” [3] , Daarmee aangevend dat we dingen doen die buiten ons bewustzijn vallen.
Er moet dus een andere religie voor in de plaats komen en daarbij speelt zijn Analytische Psychologie een rol. Niet een religie van een God of Goden buiten ons, maar een die ons contact laat maken met de Goden in de vorm van Archetypen in ons, die delen van onszelf zijn. Hij benadrukt in het Rode boek dat we onze eigen weg moeten gaan en niet doen alsof we Christus zijn, maar leven zoals hij, door onze eigen unieke weg te gaan, zonder nabootsing. Daarmee geeft hij indirect aan dat we de energie van “Liefde-Wijsheid” moeten volgen.
Zijn missie is dus om ons te begeleiden op de overgang van Vissen naar Waterman:
1. Dat kan door ons bewust te worden van onze tegenstelling. Schaduwwerk is daar een onderdeel van: dat we accepteren dat we het kwaad dat we buiten ons zien in andere mensen, ook in onszelf hebben. Dat we daarop kunnen reflecteren.
2. Dat we ons bewust zijn dat er autonome delen (archetypen) in ons leven zijn die een eigen leven leiden en dat wanneer we ons daar onbewust van zijn en wanneer we deze niet leren kennen, zij zich destructief gaan gedragen.
3. Daarmee hangt samen dat we God in onszelf gaan ervaren, zowel zijn lichte als donkere kant. Zo wordt de kiem gelegd voor het archetype van het Zelf. Het Zelf als de vereniging van de tegenstellingen.
“We moeten onze weg terug vinden naar de originele, levende geest die, vanwege zijn ambivalentie, middelaar en vereniger van de tegenstellingen is. ”
Afbeelding uit het Rode boek van de Waterdrager
We zien dat Jung met het maken van zijn Rode boek hier achter kwam. Eén van de afbeeldingen die hij in het Rode boek getekend heeft, is die van een Waterdrager. Hij staat voor de nieuwe God van het Waterman Tijdperk. “Hij staat voor het Zelf” [5] zegt Jung. In de afbeelding begiet hij een dode draak, waardoor er bloemen uit het dode lichaam van de draak groeien. Zij staan voor de leven-gevende energie van de waterdrager die uit het oude weer iets nieuws laat groeien. We zouden de draak als het overblijfsel van het Vissentijdperk kunnen zien, waaruit zich een nieuw elan moet ontwikkelen. Iets wat in deze tijd langzaam aan het gebeuren is.
AIO
N
Jung heeft dit bij leven nooit bekend gemaakt, het is pas sinds het Rode Boek dat in 2009 is uitgekomen dat we dit weten. Toch heeft hij in 1951 het risico genomen om over de overgang van Vissen naar Waterman te vertellen via zijn boek Aion.
Aion ziet hij zowel als een God als een tijdperk. Jung had zelf een visioen gehad waarbij hij omcirkeld werd door een slang en een hoofd van een leeuw had. Dit beeld kwam overeen met een oude afbeelding van de Leontocephalus (letterlijk “Leeuwenkop”).
Dit beeld is een God uit de Mithras cultus en staat voor de verschillende tijdperken. We zien de 12 sterrenbeelden op zijn lichaam. Hij staat voor de cyclische tijd.
De ondertitel van zijn boek Aion is een “onderzoek in de fenomenologie van het Zelf”, waarin hij ingaat op het afgelopen Vissentijdperk; het tijdperk van Christus en het Christendom hier in het westen. Hij laat ook zien dat de Vis een belangrijk symbool is voor het onbewuste van de mens dat bewust moet worden gemaakt en daarom “gevangen” moet worden. Daarnaast gaat hij uitgebreid in op de tegenstelling tussen de twee vissen. Hij beschrijft hoe de equinox in het eerste millennium langs de eerste vis trekt om dan vervolgens in het tweede millennium langs de tweede vis te trekken. Het tweede millennium noemt hij het tijdperk van de Antichrist, de tweede vis. De eerste vis is Christus. Beiden, Christus en de Antichrist, zijn samen symbool voor het Zelf. Het Zelf verenigt immers de tegenstellingen. In het Vissentijdperk zijn de tegenstellingen dus nog gescheiden. Deze moeten in het Waterman tijdperk verenigd worden.
Het tijdstip van de overgang van Vissen naar Waterman, zegt Jung in een brief, is het begin van de tweede wereld oorlog; in 1940 is het moment dat de equinox de eerste ster in Aquarius aanraakt. Hij noemt daar de tweede wereldoorlog “de voorspellende aardbeving van het nieuwe tijdperk” [6]. In 1958 denkt hij dat het nieuwe tijdperk pas begint in de loop van ons huidige millennium of zelfs later: tussen 2000 en 2200. Hij stelt daarbij dat de datum moeilijk is vast te stellen vanwege de onduidelijkheid waar de constellatie van de Waterman precies begint.
In het volgende artikel ga ik in op de Precessie van de Equinox.
Noten:
[1]. Zie Jung, Psychology of the unconsciousness – pp 226 -227: daarin vertelt
hij dat toen in 4300 – 2150 v C. de equinox in Stier stond, de Mithras cultus
bloeide, waarin de stier door Mithras geslacht wordt.
[2]. Jung - Flying Saucers: A Modern Myth (CV 10): “It would be frivolous of
me to try to conceal from the reader that such reflections are not only
exceedingly unpopular but even come perilously close to those turbid
fantasies which becloud the minds of world-reformers met other
interpreters of ‘Signs and potents’. But I must take the risk….”
[3]. Jung on film, zie ook Jung speaking
[4] Jung – Aion – blz 86
[5] Jung – Memories, dreams, reflections – blz 372
[6] Jung – Brief aan H.G. Baynes, 12 augustus 1940 – Jung Letters I.285